Deontologische code
De student moet zich als een professional gedragen tegenover patiënten, bezoekers en werknemers in overeenstemming met de waardigheid van het beroep. Hierbij is het respecteren van de deontologische beroepsprincipes een leidraad. Voor meer info verwijzen wij door naar de deontologische gedragscode bepaald door de de orde der artsen.
Maatregelen bij onprofessioneel gedrag
Ernstig onprofessioneel gedrag vanwege de student omvat onder meer inbreuken op de verschillende professionele gedragscodes (in het bijzonder inzake beroepsgeheim en confidentialiteit en andere deontologische regels), als strafbare feiten omschreven gedragingen, inbreuken op de privacy, wangedrag, slechte wil, opzettelijke overtreding van reglementen, herhaalde onwettige afwezigheid (in specifieke omstandigheden die een bijkomende sanctie vereisen) of het veroorzaken van zware schade.
Ernstig onprofessioneel gedrag moet zo snel mogelijk schriftelijk gemeld worden aan de stagedocent en aan de Decaan.
Indien de feiten worden bewezen, beslist de (vice-)decaan over het al dan niet opleggen van een sanctie. De beslissing wordt gemotiveerd, en per aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs aan de student ter kennis gebracht.
De student heeft het recht om vóór elke beslissing te worden gehoord. De facultaire ombudspersoon wordt uitgenodigd om aanwezig te zijn. De student heeft recht op inzage in het dossier en kan zich tijdens het verhoor laten bijstaan door een raadsman.
De (vice-)decaan kan beslissen tot (een combinatie van) volgende sancties:
- Opleggen van specifieke voorwaarden waaraan de student moet voldoen om zijn stage(s) binnen de verschillende opleidingsonderdelen die vallen onder de ‘klinische stage’, te mogen verderzetten tijdens het lopende academiejaar;
- Stopzetting van de stages binnen de opleidingsonderdelen inzake klinische stage, indien de student door zijn gedragingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van het beroep; de student heeft geen recht op een tweede examenkans.
- Een volgende inschrijving voor deze opleidingsonderdelen kan worden geweigerd.
In afwachting van een beslissing van de decaan, mag de student zijn stage voortzetten in zoverre er geen andere ordemaatregelen werden genomen. Het voorgaande doet geen afbreuk aan de mogelijke toepassing van het Orde- en tuchtreglement voor studenten van de Vrije Universiteit Brussel en van art. 118 van het Onderwijs- en examenreglement (onregelmatigheden).
Binnen de zeven kalenderdagen (vervaltermijn die ingaat de dag na de kennisgeving van deze beslissing) kan de student een intern beroep indienen bij de Voorzitter van de beroepscommissie van de faculteit GF overeenkomstig de modaliteiten en procedure zoals omschreven in art. 153 van het onderwijs- en examenreglement.